In Vlaanderen komen bijna 4000 soorten paddenstoelen voor. Je vindt ze in allerlei kleuren en vormen, in bossen, graslanden, op composthopen en houtnsippers ... Het herkennen van paddenstoelen is vaak specialistenwerk, vele soorten zijn moeilijk uit elkaar te houden. Toch zijn er een aantal gemakkelijk herkenbare soorten die hieronder in beeld worden gebracht en beschreven.
De kleur van het sporenpoeder
De kleur van de sporen is bij plaatjeszwammen zeer belangrijk om de verschillende groepen uit elkaar te leren kennen. Als de sporen rijp zijn, dan kan je met een natte witte zakdoek wrijven over de plaatjes en zal je zakdoek kleur bekennen: roze, geel, bruin of zwart. Zie je geen kleur verschijnen, dan heeft de paddenstoel witte sporen. Wel opletten dat je niet te hard wrijft, want dan brokkelen de plaatjes af op je zakdoek. En er zijn ook paddenstoelen met bruine plaatjes en witte sporen, dus dan zou je op het verkeerde been gezet worden.
Indien je wat meer geduld hebt, kan je de hoed van de paddenstoel op een wit of zwart blad papier leggen. Plaats er bij voorkeur een glas over, zodat de hoed niet uitdroogt en laat dit één nacht staan.
Klik op de namen voor een foto en meer uitleg.
Wie denkt dat paddenstoelen enkel in bossen groeien heeft het mis. Deze afgeplatte stuifzwam vind je regelmatig in gazons. In jonge toestand is hij mooi wit zoals op deze foto, maar als de sporen rijp zijn kleurt hij bruin, scheurt bovenaan open en lost wolken vol sporen. (foto: Roosmarijn Steeman)
Deze zwam is wellicht de grootste doodsoorzaak en hout afbreker van berken in Vlaanderen. Het is een bruinrotter, wat wil zeggen dat hij enkel de kitstof van het hout afbreekt, waardoor uiteindelijk enkel vierkante, bruine blokjes overblijven… en het hout geen draagkracht meer heeft. Het is een beetje vergelijkbaar met gewapend beton, waar de ijzerdraad werd uitgehaald. (foto: Roger Langendries)
Deze familie is het best gekend uit de bakjes in de supermarkt. Maar er zijn nog veel meer soorten champignons, die spontaan in je gazon kunnen verschijnen. Zij ruimen net als de weidekringzwam dode grasresten op en bepaalde soorten verkiezen voedselrijkere bodem dan andere. De weidechampignon verkiest weinig bemeste graslanden, vandaar dat deze het sterkst is achteruitgegaan. Wanneer je de weidechampignon doorsnijdt verkleurt hij lichtjes roze. Er zijn ook champignons die geel verkleuren, daar kan je beter afblijven want voor je het weet heb je de giftige carbolchampignon in handen. Maar ook de gewone anijschampignon verkleurt geel. Champignons kan je herkennen aan hun roze plaatjes in jonge toestand, die later bruin tot zwart kleuren door toedoen van de donkere sporen. Er zijn tot hiertoe 42 soorten champignons uit vlaanderen bekend. (foto: Roosmarijn)
Aan de voet van dennen kom je regelmatig deze parasiet tegen. Hij zelfs een paar meters verder van zijn gastheer staan, want hij dringt de boom binnen via de wortels. (foto: Yan Verschueren)
Het bijbelse verhaal dat Judas zich ophing aan een Vlier heeft ervoor gezorgd dat deze oorvormige zwam die heel het jaar door voornamelijk op deze struik verschijnt zijn naam kreeg.(foto: Yan Verschueren)
Het eekhoorntjesbrood is de lekkerste vertegenwoordiger uit de familie van de boleten. Het is een boombegeleider van vooral eik, ook soms beuk. Deze begeerde paddenstoel is vrij zeldzaam geworden in vlaanderen, hij verdraagt geen bemesting. De hoed kan tot 20cm groot worden en de steel is doorgaans ook vrij dik. De buisjes onderaan de hoed zijn wit bij jonge exemplaren, maar worden later geel.
Fluweelboleten hebben een fluwelige hoed en een steel die meestal volledig tot gedeeltelijk rood kleurt.
In gazons en graslanden kom je regelmatig vlekplaten tegen. De meeste vlekplaten groeien op uitwerpselen van paarden en koeien. Maar enkele soorten zoals de gazonvlekplaat en de spitse vlekplaat, verkiezen ook jouw gazon indien die licht bemest wordt.
Dit zwammetje is maximum 1cm groot, maar meestal in grote aantallen te zien op reeds ontschorst loofhout. Zo vervult dit zwammetje zijn rol als opruimer, het hele jaar door en wereldwijd. (foto: Ruben Walleyn)
Deze zwam is meestal te vinden boven op een dik pakket van afgevallen bladeren, deze hopen verteren is zijn functie en verder is hij mooi om te zien. (foto: Wim Veraghtert)
Deze lekkernij is een zeldzaamheid in Vlaanderen. Hij kan in symbiose leven met zowel loof- als naaldbomen op schrale bodem. (foto: Johan Paulussen)
Zowel in grasland als op afvalhopen en verstoorde grond zie je deze verschijnen na veel regen. Maar hij verdwijnt even snel, zijn sporen vervloeien en druppen als zwarte inkt uit de hoed. (foto: Diane Tilkin)
Op stronken en takken van allerlei loofbomen komen in de herfst zwarte knotsjes tevoorschijn die zich na een tijdje beginnen vertakken en een massa wit poeder (ongeslachtelijke sporen) vormen tegen het einde van de herfst. (foto: Jose Petroons)
Ook al is hij niet giftig, toch verwijst de naam van deze zwam naar magie daar het vlees sterk blauw verkleurt bij kneuzing. In Vlaanderen is deze symbiont maar matig algemeen te vinden bij loofbomen. (foto: Yan Verschueren)
Boombegeleider van berk, eik, beuk of den.
Hoed 5-15 cm, met een ingerolde rand. Bij vochtig weer is de hoed kleverig, droog is hij eerder viltig.
De plaatjes hebben dezelfde kleur als de hoed en het sporenpoeder is bruin. (foto: Johan Paulussen)
De meest voorkomende houtopruimer is ongetwijfeld de gewone zwavelkop. Niet moeilijk want hij concurreert alle andere zwammen in het hout opzij. Meestal zie je hem in grote bundels. In jonge toestand bleekgeel, naarmate het ouder worden krijgt hij een chocoladebruine kleur. Die kleur wordt veroorzaakt door de bruine sporen, die op de hoedjes vallen, als de paddenstoelen dicht bij elkaar staan. (foto: Leo Janssen)
Ook het elfenbankje kan je heel het jaar door zien, maar het is fragieler dan de tonderzwam en wordt meestal niet ouder dan een jaar. Het lijkt van bovenaf wel op een waaier. Onderaan zie je kleine witte gaatjes, waaruit wit sporenpoeder valt. Elfenbankjes ruimen enkel dood hout op. (foto: Wouter Willems)
Deze amaniet onderscheid zich van de Panteramaniet door zijn grijze plakjes die onregelmatig over de hoed verspreid liggen. Ook het ontbreken van een beurs rond de knolvormige voet van de steel, de gestreepte ring, de aardappelgeur en de ongestreepte hoedrand zijn duidelijke kenmerken. (foto: Jos Monnens)
De amaniet met de meest kwalijke reputatie is de Groene knolamaniet, er is nog steeds geen antigif gevonden. De witte variëteit van deze soort wordt door onvoorzichtige leken wel eens verward met een champignon… hoewel champignons duidelijk zwarte sporen hebben en deze van amanieten spierwit zijn. (foto: Ruben Walleyn)
Als je denkt een appelsienschil te zien liggen in het bos zou dit wel eens de Grote oranje bekerzwam kunnen zijn. Deze leeft in symbiose met allerlei loof- en naaldbomen, vooral op zure bodems. (foto: Wim Veraghtert)
Deze kleine houtsnipperopruimer is in feite een inktzwam. Wanneer je met de plaatjes van de rijpe paddenstoel over je vingers wrijft, zal je de zwarte inkt wel zien. Dit zwammetje dankt zijn naam aan zijn verschijning in jonge toestand. Wanneer de steel nog niet te zien is, steekt er enkel een donzig hoedje boven de grond uit.
Heksenboleten hebben een rode buisjeslaag die zeer snel en hevig donkerblauw verkleurt en een rode steel.
Wanneer je geen geschubde inktzwam in je tuin vind, dan heb je misschien zijn broer de kale inktzwam op bezoek. Ook de aanverwante familie, de tranende franjehoed, komt nogal vaak voor. (foto Paul Wouters)
De kans dat er andere boleten in je tuin staan is vrij groot. De kastanjeboleet heeft een kleverige hoed en gele buisjes die snel blauw verkleuren.
Tussen het mos, in grasland of in bos, maak je veel kans om dit kleine (0,5-1cm) oranje zwammetje tegen te komen. De plaatjes lopen sterk af op het steeltje en de hoed is verdiept zoals een trechter. (foto: Roosmarijn Steeman)
Op houtsnippers kan je deze fraaie, oranjerode, kleverige paddenstoel soms massaal vinden. Dit is een soort die goed gekend is in Australië en meer dan 50 jaar geleden de weg vond naar Europa. (foto: Rik Roels)
Deze dodelijke amaniet is gemakkelijk herkenbaar aan de witte plakjes die regelmatig over de hoed verspreid liggen. De hoedrand is gestreept en rond de steel hangt een rafelige ring. (foto: Yan Verschueren)
Deze amaniet kreeg als bijnaam “blozer” omdat hij bij ouderdom en kneuzing snel een roze kleur krijgt. Hij is veel algemener dan de gelijkende soorten: grauwe en panteramaniet. (foto: Roosmarijn Steeman)
Deze zwam kan je heel het jaar door waarnemen, hij wordt zelfs meerdere jaren oud. Als parasiet tast hij gewonde bomen aan. Wanneer je hem ziet verschijnen is het kwaad al lang geschied, de zwamvlok ging met zijn werk binnenin de boom al een tijdje geleden van start. Wanneer de boom het leven laat… ruimt de platte tonderzwam de resten verder op. Het roestbruine poeder dat je steeds ziet liggen bovenop de hoed zijn de sporen van de tonderzwam die naar boven waaiden.
In een mum van tijd is dit houtzwammetje zeer algemeen geworden in Vlaanderen, eind jaren tachtig werd het hier pas voor het eerst gezien. Dit kan toegeschreven worden aan de natuurlijke toename en van dood hout in oude bossen, daar er niet meer gesprokkeld wordt of zit de klimaatsopwarming er voor iets tussen? (foto: Wim Veraghtert)
Ligt er een voetbal in de wei of is het een Reuzenbovist? Eind augustus kunnen deze grote zwammen voor verwarring zorgen. Bij rijpheid kleuren ze bruin, scheuren open, beginnen te rollen in de wind en verspreiden hun sporen. (foto: Ruben Walleyn)
Maar enkele soorten zoals de gazonvlekplaat en de spitse vlekplaat, verkiezen ook jouw gazon indien die licht bemest wordt. In jonge toestand kan je het vlekkenpatroon op de plaatjes nog zien, dit wordt veroorzaakt door de ongelijktijdige rijping van de sporen.
Wanneer je geen geschubde inktzwam in je tuin vind, dan heb je misschien zijn broer de kale inktzwam op bezoek. Ook de aanverwante familie, de tranende franjehoed, komt nogal vaak voor.
Boombegeleider van berk, den, eik of beuk.
Hoed 5-20 cm, oranjerood met witte stippen die kunnen afspoelen bij regen. Steel met ring en knolvormige voet. De plaatjes van de vliegenzwam zijn spierwit en zijn sporenpoeder is wit.
weetje: de naam vliegenzwam is ontstaan door het gebruik van de paddenstoel om vliegen te verdelgen. De vliegenzwam heeft een hallucinogene werking, maar is ook giftig en kan de dood tot gevolg hebben.
(foto: Leo Janssen)
Het Waaiertje is waarschijnlijk de meest verspreide zwam ter wereld, enkel in Antartica ontbreekt hij. Bij ons kan je het Waaiertje het hele jaar door zien, op loofhout, vooral van Beuk. Deze witrotter breekt de cel- en houtstof af, zodat de bruine kleur verdwijnt en een witte vezelige structuur overblijft. (foto: Wim Veraghtert)
Zie je een kring van zwammen verschijnen in je gazon, dan is de kans groot dat dit de weidekringzwam is. Deze ruimt dode grasresten en worteltjes op en de kring zal elk jaar op dezelfde plaats verschijnen en groter worden. De plaatjes van deze zwam staan wijd uiteen en het sporenpoeder is wit. Als je dan nog twijfelt kan je de steel proberen breken….deze zou taai en buigzaam moeten zijn. (foto: Paul Wouters)
Met zijn zadelvormige hoed en geribbelde steel is deze zwam goed herkenbaar. De Zwarte kluifzwam is iets minder opvallend en ook iets zeldzamer dan de Witte kluifzwam. (foto: Wim Veraghtert)
In niet of weinig bemeste graslanden kan je wasplaten vinden. De Zwartwordende wasplaat is één van de algemenere soorten en gemakkelijk herkenbaar aan zijn puntige hoed en zwartverkleuring bij ouderdom. (foto: Wim Veraghtert)
De roze stinkzwam, het roze, exotische broertje van de kleine stinkzwam is ondertussen een echte tuinsoort aan het worden. Deze stinkzwam is in feite afkomstig uit noord-amerika. Aan het einde van de 19e eeuw werd hij in zuid-europa opgemerkt en sinds 1950 wordt deze stinkzwam uit nederland gemeld. In vlaanderen is deze soort voor het eerst opgedoken in 1988 te beernem. De roze stinkzwam voelt zich vooral thuis in tuinen, daar hij graag op vermolmd hout, strooisel en compost groeit.
De roze stinkzwam, het roze, exotische broertje van de kleine stinkzwam is ondertussen een echte tuinsoort aan het worden. Deze stinkzwam is in feite afkomstig uit noord-amerika. Aan het einde van de 19e eeuw werd hij in zuid-europa opgemerkt en sinds 1950 wordt deze stinkzwam uit nederland gemeld. In vlaanderen is deze soort voor het eerst opgedoken in 1988 te beernem. Raf
Ook de inktviszwam wordt tegenwoordig regelmatig uit tuinen gemeld en af en toe wordt er ook een traliestinkzwam gezien.
Zie je kleine, grijsbruine paddenstoeltjes in de gazon, met witte plaatjes … dan is de kans groot dat je een mycena heb gevonden. Het sporenpoeder van mycena’s is wit en de hoedjes zijn vaak klokvormig. In grasland maak je de meeste kans om de grijsbruine grasmycena tegen te komen. Maar ook grijze mycena met zijn meelgeur kan je aantreffen in onbemeste gazons. (foto: Roosmarijn Steeman)
Ook de bleekgele mycena en de oranje dwergmycena zijn typische graslandsoorten. In totaal zijn er 77 soorten mycena’s uit vlaanderen bekend, waarvan er slechts een tiental voorkomen in graslanden.
Ook de bleekgele mycena en de oranje dwergmycena zijn typische graslandsoorten. In totaal zijn er 77 soorten mycena’s uit vlaanderen bekend, waarvan er slechts een tiental voorkomen in graslanden.
Een wit bolvormig zwammetje in je gazon? Dat zou een afgeplatte stuifzwam kunnen zijn. Deze is bovenaan afgeplat en niet bolrond zoals een golfballetje en de zeldzamere loodgrijze bovist.
De familie van de melkzwammen hebben deze naam zeker niet gestolen. Als je de steel, de hoed of de plaatjes afbreekt komt er meestal wit (soms ook geel of waterig) sap uit deze paddenstoelen gedruppeld. Bij berk vind je de kokosmelkzwam en de zwartgroene melkzwam. (foto: Roosmarijn Steeman)
Bij berk vind je de kokosmelkzwam en de zwartgroene melkzwam.
Bij eiken tref je vaak kaneelkleurige melkzwam (met geur van gebruikt frietvet) en rimpelende melkzwam (melk verkleurt geel op een witte zakdoek).
Bij eiken tref je vaak kaneelkleurige melkzwam (met geur van gebruikt frietvet) en rimpelende melkzwam (melk verkleurt geel op een witte zakdoek). Leo Janssen
Bij den vind je de rossige melkzwam en de leverkleurige melkzwam.
Bij den vind je de rossige melkzwam en de leverkleurige melkzwam.
En wie weet groeit er bij de spar in jouw tuin wel een peenrode melkzwam.
Oranje tot bruine, klokvormige hoedjes van maximum 1cm hoog tussen het mos… dat zouden wel eens mosklokjes kunnen zijn. Er zijn in totaal 41 soorten mosklokjes uit vlaanderen bekend, waarvan er 5 regelmatig in graslanden worden gezien. Maar deze mosklokjes zijn sterk gelijkend, je moet al enige ervaring hebben om ze uit elkaar te houden.
De fopzwam wil je op verschillende manieren foppen. Zijn uiterlijk is dan ook erg variabel en zijn kleur verandert naargelang hij droog of vochtig staat. Als je naar de roestbruine plaatjes kijkt, zou je denken dat deze roestbruin sporenpoeder heeft. Maar schijn bedriegt… bij het maken van een sporenafdruk zal je zien dat het sporenpoeder wit is.
De felst gekleurde en meest opvallende paddenstoelen in je tuin (buiten de vliegenzwam) zijn wellicht de russula’s. Dit zijn boombegeleiders bij berk, eik, beuk en naaldbomen. Ondanks hun mooie kleuren is het vaak geen sinecure om ze op naam te brengen. In totaal zijn er maar liefst 122 soorten uit vlaanderen gekend. De geur en de smaak zijn belangrijke kenmerken. (foto: clarofava)
Geen enkele russula is giftig, maar sommige soorten zijn duivels pikant. Maar de stevige braakrussula zal je misschien niet in je tuin treffen, want die soort komt uitsluitend voor bij beuk. Mairei
Een soort die de meest voorkomende russula is de geelwitte russula, omdat hij weinig kieskeurig is bij het kiezen van een boomsoort om te begeleiden. De gele berkenrussula daarentegen, groeit uitsluitend bij berk.
Kan je er niet genoeg van krijgen?
Hoe krijg je meer paddenstoelen in je tuin?.